Als je een draakje bent, dan heb je geen makkelijk leven. Je hebt nog geen slechte adem en je kijkt ook te vriendelijk. Nog geen scherpe blik, als junior-draak. Je zou haast zeggen schattig. Dat is het ergste dat een draakje kan overkomen, dat ze schattig genoemd wordt.
Vaak moet je nog geholpen worden. Je bent onhandig, valt over je eigen poten en hebt geen gevoel voor richting.
Nee, grote draak zijn is leuk, maar opgroeien als draak is zeer onprettig. En als je dan ook nog eens zeven oudere broers hebt, wat in het algemeen zo is, dan kun je alleen maar hopen dat het snel voorbij is.
Maar er is één ding wat kleine draken heel goed kunnen en wat verder niemand kan.
Ze kunnen waanzinnig tafeltennissen.
Men weet nog steeds niet hoe dat kan, het is iets magisch. Geef ze een batje en ze slaan je om de oren. Het is één van de mysteries van dit bestaan.