Je bent mijn beste vriend, maar soms sta je te dichtbij. Dan krijg ik geen lucht.
Je bent mijn beste vriend en ik wil altijd met je lachen, huilen, ruziemaken en spelen. Maar soms moet je een stap achteruit doen, zodat ik me kan omdraaien en je kan omhelzen.
Nu voel ik dat je niet wil loslaten. Ik ren niet weg. Wees niet bang. Maar hou me niet vast, want dan wil ik alleen maar los.
Ik wil ook niet dat jij wegrent want jij bent mijn beste vriend. Ik wil graag bij jou zijn, maar niet altijd.
Soms wil ik lachen, huilen, rennen met iemand anders. En soms wil ik alleen zijn. Soms heb ik gewoon geen zin in je omhelzing.
Maar ik ben je beste vriend en ik vind je fantastisch. BFF.