Sophia spuugt tegenwoordig op sierraden, want ze werd ooit de parelkettinghoer genoemd van de club waar we in vertoefden. Met als ondertitel Sophia Fuckanything.
Nu niet meer, of zoals ze zelf zegt: Er zit al zeven jaar een slotje op. houdt zich bezig met het goede en het voorname. And of course some fine gardening.
Ze zegt: ik ben er niet trots op, maar je moet het niet groter maken dan het is. Ik wilde gewoon net iets te graag aardig gevonden worden.
Sophia. Ik vond Sophia Ducksomething prachtig. Met haar bontjas en haar oranje laarsjes. En dat rondneuken, ach, het was niet het mooiste aan haar, maar we deden allemaal wel wat waar we niet zo trots op waren.
Ik zie haar de laatste tijd weer regelmatig, Sophia Ducksomething. En dan lachen en huilen we om die goede ouwe tijd. Zij drinkt een glas vermout en ik neem een jonge. Wordt je nu grijs?, vraagt ze grijnzend.
Ze zegt: zullen we niet meer terugkijken. En ik knik. Let’s not do that.
Maar ik wil zoveel meer vertellen over haar, iets dat het verhaal anders maakt, doet kantelen. Ze verdient een roman, of op zijn minst een novelle. Sophia.