Het was pauze en we gingen even bij elkaar klitten. Stil waren we ervan. Kleintje moest een beetje janken. “Het is zo schoon, zo ongelooflijk schoon”, snikte hij.
We moesten wennen aan het licht, sowieso dat het pauze was. We waren meegetrokken het verhaal in, een verhaal van anderen over anderen. Nu waren we weer bij onszelf en dat voelde ongemakkelijk. Alsof wij er nog niet toe deden.
“Zullen we alvast teruggaan naar de zaal”, zei Grote. Iedereen knikte. De Dromer wilde nog even naar het toilet. Daarna keken we hoe het pauze-changement werd volbracht.
Dat was beter dan de foyer, het geroezemoes van anderen en de rijen voor de koffie. Hier werd de rest van het verhaal voorbereid. Dat konden we beter aan.