ochtendwerk 1301
Stay

Hij wil niet dat de ander weggaat. Hij wil hem in zijn armen hebben, overladen met zoenen, nachten vrijen.
Hij wil niet dat de ander gaat. Hij wil niet dat er wrijving is, ruzie, onenigheid, zwijgende avonden. Hij wil juist alleen maar dat het mooi is, gezellig, aangenaam.
Hij wil niet dat de ander de deur achter zich dichtslaat. Dat de ander op zoek gaat naar een nieuwe vriend, een nieuwe geliefde.
Hij wil niet dat de ander zegt: dit was het dan, zijn koffer pakt en wegloopt. Hij wil dat ze samen zitten aan de ontbijttafel, en dat ze elkaar gedichten voorlezen en dat ze weten hoelang elkaars eitje moet koken.
En dat hij s’avonds in bed ligt en roept: kom, kom naar boven.
Hij wil het niet. Maar hij weet niet hoe hij het moet tegenhouden.