Het schrijven van zijn handtekening kost hem een halve dag, het beschrijven van zijn leven kost hem een leven.
Als hij ademt beschrijft hij de adem. Als hij wandelt vertelt hij wat hij tegemoet treedt en wat hij achterlaat.
Als hij praat over vrienden, praat hij al snel over vrienden van vrienden van vrienden. Hij telt de lagen van zijn bestaan, hij telt de rijstkorrels op zijn bord, hij telt de wolken in de lucht.
Hij zet de stappen stap voor stap, en bij elke stap voelt hij dat hij lichter wordt, zijn handtekening groter, zijn plezier zichtbaarder. De rust van de voortgang draagt hij op zijn rug. Als een aapje, als een kind in een draagzak.
Je moet op hem wachten, want haast heeft hij niet, je moet met hem optrekken in dezelfde tred. In zijn woorden zit een simpele kracht, in zijn handtekening een gebaar van leven.
Als hij ademt beschrijft hij de adem. Als hij wandelt vertelt hij wat hij tegemoet treedt en wat hij achterlaat.
Als hij praat over vrienden, praat hij al snel over vrienden van vrienden van vrienden. Hij telt de lagen van zijn bestaan, hij telt de rijstkorrels op zijn bord, hij telt de wolken in de lucht.
Hij zet de stappen stap voor stap, en bij elke stap voelt hij dat hij lichter wordt, zijn handtekening groter, zijn plezier zichtbaarder. De rust van de voortgang draagt hij op zijn rug. Als een aapje, als een kind in een draagzak.
Je moet op hem wachten, want haast heeft hij niet, je moet met hem optrekken in dezelfde tred. In zijn woorden zit een simpele kracht, in zijn handtekening een gebaar van leven.