ochtendwerk 1367
The architect’s dream

Op het kantoor was hij nog niet zover. Mocht hij nog niet komen met eigen ideeën. No way! Hij tekende en rekende de hoeken, de maten. En als het een fijne dag was een mooie dakkapel.
Maar op zijn kamer stond zijn droom. De maquette die alles zou veranderen.
Eigenlijk was hij er intuïtief aan begonnen. Een stukje karton, wat plakband, een schuine lijn. De jonge architect was gefascineerd door de schuine lijn.

En voor hij het wist kon hij aan niets anders denken, hoe de ruimte onder de andere ruimte ontstond, hoe de kamers gebruikt zouden worden, hoe elegant een ronde hoek was op sommige plekken. De wereld zou nog versteld staan van de schuine gebouwen van de jongeling.
En soms zette hij er een lampje onder, dan kwam het tot leven. Dan hoorde hij de lachende stemmen bij het braadstuk, het gefluister in het washok, het zuchten bij de haard.

Misschien moest er nog een kleine aanbouw bij. Een oprijlaan, een zwevend plafond.