Toen Olga werd opgeroepen, pakte ze haar ready-to-go koffer, kuste haar man en gaf haar kinderen een reep chocolade.
De natie had haar nodig en als ze nodig was ging ze. Met de trein zou ze duizend kilometers reizen, daar zou ze verdere instructies krijgen.
Olga wist dat de opdracht niet zonder gevaar was. Haar levenslange training was gebaseerd op het gecontroleerd omgaan met angst en emotie.
“Het gaat niet om het uitschakelen van gevoel, het gaat om het effectief gebruik ervan”, stond in de boeken. Een regel die ze regelmatig in haar hoofd herhaalde.
Ze wachtte op de trein. De koffer naast zich. Ze hield van dit moment, volledige rust kwam over haar. Niemand die wist wie ze was, hoe ze opereerde, wat ze ging doen. Ze was een anoniem personage.