Op zijn eigen rots was hij een held. En of hij zong, en of hij danste! En niet alleen dat, ook zijn lyrische vertellingen waren legendarisch. Hij was de ster zonder publiek. Bewust, want bij mensen klapte hij dicht. Is voor durf een toehoorder noodzakelijk. De ander kon je iets toebedelen. Macht, sterrenstatus, roem. Maar op zijn rots had hij dat allemaal. De zee, die klotste welwillend mee. Dat is handengeklap, vond hij.
Soms was er stiekem publiek. Aan de andere kant van de rots. Een vogel, een krabbetje. Die luisterden dan even naar zijn fameuze taal. En ze dachten toen wel wat, maar ook snel weer aan iets anders.