ochtendwerk 1397
High above land

Het was adembenemend.
Je kon het geen uitzicht meer noemen, het was een overzicht. Velden ver kon je kijken. Je zag de boeren hun licht bevroren veld inspecteren. Weinig te doen nog. De enkele veeboer die hier nog boerde hield zijn koeien en varkens op stal. Machines en tractoren werden nagekeken.

We keken tot aan het rand van het bos. Het besmette bos. Sinds er iets was voorgevallen waar het dorp over zweeg werd het bos gemeden. Tot aan de rand en dan met een grote bos er omheen.

Hij probeerde onhandig een arm om mij heen te krijgen. Ik zag de kerkklok en verderop de bakkersvrouw het bord weer buiten zetten. Het middagmaal was voorbij. We moesten terug. En die arm, die liet ik een beetje in de lucht zweven. Ik moest het maar zien met hem. Het leek wel een goede. Maar ja, wilde ik wel een goede?