ochtendwerk 1412
a place to rest

Als het aan mevrouw ligt, lopen we gewoon door. “Volg het pad, het pad”, roept ze vrolijk. Ik ben allang kwijt welk pad ze bedoelt. Ik zwijg, draag de lading en kies zo nu en dan een willekeurige route. Het reizen behaagt haar zeer. Ze kirt regelmatig “de wereld, O de wereld, kijk nu toch, de wereld!”. Soms stoppen we en koopt ze op een marktje haar onbekende vruchten of een zwartgeblakerd brood. En als de avond valt stoppen we bij boerderijen en ritselt ze plekken in hooizolders of achterkamers. En ik zie haar glimmen als de muizen wegschieten voor haar voeten.
“Welterusten, mevrouw”, zeg ik dan en leg de paardendeken zo strak mogelijk over mij heen. “Ik ga nog even schrijven, wat een belevenissen weer allemaal, nietwaar”. Ik knik, mompel wat en val het liefst zo snel mogelijk in slaap.