ochtendwerk 1416
when god appeared

Hij had het hemelse en het onuitspreekbare nooit gezien als een gedaante, maar de laatste maanden had hij dromen, visioenen. En daarin verscheen een figuur. Iets vriendelijks, half konijn half vrouw.
Had hij ooit in zekerheid geleefd, voorgeleefd, herder geweest, nu zag hij voor het eerst dat het grote dat hem dreef ook een gezicht had, een wezenlijkheid.
De man glimlachte. De zachtaardigheid van de verschijning was meer dan hij had gehoopt. In bange dagen, als de wolken woest overdreven, had hij zijn god wel aangeroepen, uitgeschreeuwd dat hij wachtte op een teken, een verhaal, een rondleiding. En altijd vreesde hij dat het antwoord zou komen in tongen, in wind en aardverschuivingen. Dat het echter zo zoet zou zijn, dat was miraculeus. Zijn god was warempel een kitscherig zoetsappig beeldje.
Hij kon het haast niet geloven.