ochtendwerk 1438
Playing hide and seek with a duck

Eend weet zich goed te verbergen. Vaak geef ik het op, dan roep ik: “kom maar tevoorschijn, zo is het niet leuk meer”. En dan komt hij aanzwemmen, triomfantelijk.
“Ik zat in het riet”, roept hij altijd van ver. Hij zit altijd in het riet, maar zo dat je hem niet ziet.
Andersom verschuil ik mij meestal achter een boom. Maar Eend waggelt als een wichelroedeloper, meestal zo naar de juiste boom.
“Hoe doe je dat toch, Eend?”, vraag ik hem.
“Ik voel je aanwezigheid gewoon, hoe dichter ik bij je kom, hoe meer ik iets voel”
“Wat voel je dan, Eend?”
“Ik voel datzelfde als wanneer ik een ei moet leggen, dat onderbuikgevoel”.
“Het onderbuikgevoel”.
“Het onderbuikgevoel”